FOOD FOREST WEST-SUMATRA
Door ontbossing en bosbranden overwoekerde alleen nog taai langgras (alang-alang) de uitgeputte grond. Met vereende krachten ontstaat een paradijselijk voedselbos.
De boeren maken de gedegradeerde grond samen met hun families productief volgens een simpele methode (assisted natural regeneration, kortweg ANR). Deze methode is in samenwerking met de Food and Agriculture Organization (FAO) ontwikkeld en stimuleert de natuurlijke processen van herbebossing. Pesticiden of meststoffen zijn niet nodig en ook het onderhoud vergt veel minder arbeid dan je zou denken.
Simpel en doeltreffend
De alang-alang wordt gekneusd met een plattrapplankje. Het plattrapplankje is simpel en heel effectief. Elke plank is geschikt, gaten erin, touw erdoorheen dat bij het postuur past, omhangen en het plattrappen kan beginnen.
Door het plat te trappen verzwakt het langgras en daardoor groeit het niet meer. De ontkiemde zaden van inheemse regenwoudbomen die daar door vogelpoep en in ontlasting van andere dieren zijn beland, grijpen hun kans. Drie tot vier maanden na die plattrapronde groeien de ontstane boompjes hard door de lucht en het licht dat ze bereikt sinds de alang-alang platligt.
Het verzwakte langgras sterft van onderaf af. De bodem neemt de plantenresten op en wordt daar vruchtbaar van.
De grond die door de verterende plantenresten nu ook steeds beter water vasthoudt, is in het tweede jaar geschikt voor aanplant van koffieplanten, specerij- en fruitbomen en andere commercieel aantrekkelijke gewassen. De opbrengst daarvan levert goede inkomsten op en een gevarieerd voedselaanbod.
In het derde jaar herstelt het ecosysteem zich steeds verder. Het terrein is inmiddels aantrekkelijk voor uiteenlopende insecten, zoogdieren en vogels. Ze vestigen zich in het gebied; de biodiversiteit doet er haar voordeel mee.
Na vijf à zes jaar zijn de ecosysteemdiensten van een bos op het voorheen afgeschreven land grotendeels hersteld. Het groeit en bloeit en biedt de bevolking een perspectief van vele jaren.
Een rijke oogst
Voordat boeren tot de coöperatie toetreden, spreken ze af wat ze gaan planten. Fruit is erg in trek. De durian staat met stip op 1, gevolgd door avocado. Kruidnagels zijn goede handel en kruidnagelblad bevat olie met eugenol, een grondstof van essentiële oliën die in parfums en zepen zit. Voor de koffieoogst krijgen de boeren een gegarandeerde prijs. Van de opbrengst van kaneel worden bijvoorbeeld een opleiding voor de kinderen, een bruiloft of een begrafenis gefinancierd. De hardhoutbomen fungeren als appeltje voor de dorst.
Met vereende krachten
Met hulp van de ngo Rimbo Pangan Lestari (RPL) hebben de boeren zich per dorp verenigd in coöperaties. De coöperatie beslist bijvoorbeeld over nieuwe leden. RPL ondersteunt met adviezen, bijvoorbeeld als het gaat om zaailingen die het beste resultaat geven. Zo heeft een kaneelplantje een optimale start als hij 20 centimeter hoog is, een vertakt wortelstelsel heeft en minimaal zes blaadjes als het wordt geplant. Ook voor koffiebonen zijn selectiecriteria. Alleen de beste boontjes komen bij de kwekerij terecht die RPL heeft opgezet en die de planten opkweekt.
Het departement Bosbouw voorziet in diverse fruit- en hardhoutbomen, zoals avocado en mahonie. Het departement Land- en plantagebouw levert onder andere mango en koffie. Samen met RPL helpt Gula Gula de boeren bij het aanvragen van deze zaailingen.
De universiteit van West-Sumatra, Andalas en de Brawijaya Universiteit van Malang, Oost-Java, maken allerhande onderzoek mogelijk, bijvoorbeeld naar biodiversiteit in de bodem. Dat is belangrijk want een gezonde bodem is de basis van succes.
Duurzaam genieten.
Dankzij ons eigen Gula Gula-voedselbos
bieden wij werkend Nederland
CO2-neutrale koffie tot in het kopje!